Schade aan gewassen

Schade aan mais
Het gewas mais is een belangrijk winter bij voer gewas voor de veehouderij. De kraaien en kauwen kunnen daar heel wat schade in aanrichten. Dat begint al net na het zaaien van de mais. Want als de mais nog maar net uit de grond is, trekken de kraaien de jonge plantjes eruit om de insecten op te eten die het mais zaadje op willen eten. Met als gevolg dat de veehouder de mais over moet zaaien omdat er van een perceel waar op de helft nog planten staat niets terecht komt. Dit in verband met te veel onkruid druk en te weinig droge stof als voedingswaarde. 
De mais die wel goed opgekomen is, is waar de veehouder en de jager de kraaien en kauwen uit de buurt hebben weten te houden. Deze mais is als de kolven erin komen, een ware magneet voor de kraaien en kauwen. Als de kolven nog niet rijp zijn dan vinden ze deze het lekkerst. Het is niet erg als de vogels een paar kolven eten of helemaal opeten. Maar er wordt van een groot aantal kolven een beetje gegeten (gepikt), met als gevolg dat de kolf gaat rotten en schimmelen. Deze rot en schimmel komt dan na de oogst in de maiskuil terecht en maakt dan deze voeding niet meer geschikt is voor consumptie voor de koeien

Voorbeeld schade kraai & kauw aan mais. 
Voorbeeld van een perceel mais gepland als aanvullend wintervoer voor de koeien, is zo gauw de kolven opkwamen een banket voor op dat moment de kraaien en kauwen. Over de totale lengte en breedte van het veld is van 3 tot 4 rijen diep de kolven leeg gepikt en onbruikbaar geworden als voer waarvoor het bestemd is. Ondanks maatregelen zoals een kanon blijven de vogels terug komen. Een andere maatregel, namelijk bestrijding van kraaien en kauwen door  populatiebeheer en / of afschot, is op dit moment (alleen) in Zuid-Holland na een gerechtelijke uitspraak niet mogelijk.
Noot: Dit ondanks dat de kraaiachtigen op de landelijke vrijstellingslijst staan.
Deze maatregel was en is in de praktijk effectief. Met name de kraaiachtigen hebben een hoog lerend vermogen 
en hebben zeer snel in de gaten dat er plaatsen zijn waar gevaar dreigt en zullen deze gaan mijden. 
Andere maatregelen als linten e.d. zijn in een staand maisveld moeilijker te realiseren. Het nu minimaal 2 x per dag doen van een fysieke verjagingsactie (door  langs het velde te rijden) vergt de nodige tijd en inzet.
Nadat de kraaiachtigen langs zijn geweest komen ook ganzen bij dergelijke velden langs om zich te voeden aan de kolven. 

Illustratie schade perceel mais (liggend in de WBE Schieland)

mais schade
 

Verjaagactie, rijdend langs het veld

mais kraai en kauw

Kraaien & kauwen
Zwarte kraaien behoren tot de meest verspreide broedvogels en zijn zowel in open landbouwgebieden als bossen en steden aanwezig. De verspreiding en de landelijke broedpopulatie zijn sinds 1975 sterk toegenomen, vooral in agrarisch en stedelijk gebied. Momenteel komen er 70.000 tot 100.000 broedparen in Nederland voor.

Kauwen komen in heel Nederland voor. Het talrijkst zijn ze in stedelijk gebied en in kleinschalig agrarisch gebied. Aaneengesloten bos wordt gemeden, terwijl open landschappen en natuurgebieden soms wel, soms niet bezet zijn. De landelijke stand is al tientallen jaren min of meer stabiel. Het gaat om 180.000 tot 220.000 broedparen.
Bron BIJ12

Kraaiachtigen kunnen op allerlei manieren schade veroorzaken in de landbouw. In de zaai- en kiemperiode gaat het om pik- en krabschade aan zaaibedden en kiemplantjes. Daarnaast treedt vraat op aan vele soorten afrijpend fruit, akkerbouwgewassen, vollegrond groenten en overige teeltvormen. Ook kan schade aan boomteelten ontstaan doordat kraaiachtigen takken afbreken of stekken en kiemplanten uit zaaibedden trekken. Kraaien vreten ook van kuilvoer en pikken gaten in de afsluitende folie waardoor broei ontstaat. Incidenteel ontstaat vraatschade aan voer bij eenden- en nertsenfokkerijen. Ook is er predatie van eieren en jagen op jongen (kuikens) van vogels, (jonge) hazen en konijnen. Samengevat: kraaiachtigen zijn slim en opportunisten met eten. ze lusten heel veel.   
Bron onder meer BIJ12

kraaien & kauwen & duiven op ingezaagd wintertarwe veld 



Schade houtduif
Houtduiven willen met hun foerageergedrag nog wel eens schade aanrichten aan akkerlanden. Houtduiven eten zaden, graan, scheuten, bladeren, eikels en allerlei bessen. Ze kunnen op land- en tuinbouwgewassen grote schade aanrichten (erwten, graan, koolplanten). Houtduiven maken voedselvluchten die wel meer dan een kilometer van hun nest kunnen liggen. Vanwege hun massale voorkomen en het veroorzaken van schade is de soort op de landelijke vrijstellingenlijst geplaatst.
Echter, als gevolg van een uitspraak van de Raad van State kunnen o.a. houtduiven vanaf 16 juli 2023 niet meer worden bestreden ter voorkoming van landbouwschade.
Bron FBE Zuid Holland.

Schademelding
Als gevolg van de uitspraak kunnen in Zuid-Holland vossen, konijnen, zwarte kraaien, kauwen en houtduiven vanaf 16 juli 2023 niet meer worden bestreden ter voorkoming van landbouwschade. De provincie maakt het daarom mogelijk om een tegemoetkoming in faunaschade aan te vragen voor deze soorten via BIJ12.
De grondgebruiker ontvangt dan geen tegemoetkoming maar de schadecijfers worden wel geregistreerd. De provincie Zuid-Holland gebruikt deze cijfers om het provinciale faunabeleid en de uitvoering daarvan te onderbouwen.
Bron FBE Zuid-Holland

Noot:
Voor ontheffingen en vrijstellingen zie de website FBE Zuid-Holland
https://www.fbezh.nl
https://www.fbezh.nl/faunabeheerplan-ontheffingen-en-vrijstellingen






De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.